Op 2 maart aanstaande mag ik meedoen aan een debat over de drukte –door toeristen- in de binnenstad van Amsterdam. Heel interessant onderwerp omdat iedereen kan constateren dat het echt té druk wordt. Alle groeidoelstellingen van Amsterdam Marketing zijn inmiddels ruim gebroken. Het aantal bezoekers lag in 2014 11 % hoger dan in 2013 en zelfs 60% hoger dan in 2005! Een stad met toeristische trekpleisters heeft volgens de Amsterdamse Professor Cultuurbeschouwing René Boomkens –overigens nog in zijn ‘Groningse tijd’- drie gebruikersgroepen: de bewoners, die zorgen dat de basisvoorzieningen er zijn, zoals de bakker, het cafeetje, de kapper en dergelijke. Dan de gebruikers, die naar de stad komen om er te werken of te winkelen en tenslotte de toeristen, die altijd op dezelfde tijd komen en altijd dezelfde route volgen.
Tot een paar jaar geleden waren die groepen in Amsterdam redelijk met elkaar in balans. Maar het is logisch dat de bewoners beginnen te morren als de toeristen in nauwelijks tien jaar tijd met 60 % stijgen. Daar staat ongetwijfeld tegenover dat de ‘gebruikers’ in aantal zullen zijn afgenomen door de crisis en de daaraan verbonden ontslagen en winkelsluitingen. Nu zal er absoluut wel een kentering komen in de enorm sterke stijging van het aantal bezoekers, dat natuurlijk voor een deel veroorzaakt werd door het enorme stuwmeer aan bezoekers dat ontstond toen bijvoorbeeld het Rijksmuseum en het Stedelijk museum jaren gesloten waren vanwege forse verbouwingen. Maar toch, 14,6 % meer overnachtingen door toeristen uit Groot-Brittannië, 17,2% door Duitsers, 12,9% door Italianen, 10,9% door Fransen en 10,4% door Amerikanen om alleen maar even de ‘double digit’ stijgers te noemen. Overnachtingen door Nederlanders stegen met 7%.
Hoe voorkomen we nu, dat Amsterdam net als Venetië een ‘dode’ stad wordt, waar nagenoeg geen eigen bewoners meer wonen en drommen met toeristen de cultuur van de stad en het leefklimaat aantasten?
Zoals altijd is hier niet één allesbepalende oplossing voor te vinden. Het is een combinatie van factoren èn er is veel lef nodig om keuzes te maken! De binnenstad van Amsterdam behoort architectonisch al tot het mooiste en belangrijkste cultuurgoed van Europa. De Amsterdamse grachtengordel staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Voeg daarbij de enorme investeringen die zijn gedaan in het prachtige Rijksmuseum en het Stedelijk Museum om alleen maar twee voorbeelden te noemen. Dan ligt voor de binnenstad de oplossing al voor de hand: kies voor kwaliteitstoerisme. Bepaal hoeveel toeristen de stad kan en wil hebben en bepaal het prijsniveau daarop. Net als Machu Picchu of het land Buthan. Dat creëert schaarste en voor schaarste wil een grote groep die gericht is op kwaliteitstoerisme best betalen!. In 2012 heeft een team van Unesco aanbevolen om het aantal toeristen naar de oude INCA stad ernstig terug te dringen om de huidige staat van Machu Picchu te stabiliseren en te beschermen. Zit Amsterdam dan te wachten op ‘massatoeristen’ , die naar de stad komen via een prijsvechtersvlucht en zich uitsluitend richten op drank, fastfood, drugs en de wallen? Nee toch zeker! Kijk eens naar de kosten van politie inzet die dit alleen al met zich mee brengt, elke week weer! En doordat er zo’n enorm toeristenaanbod is wordt het voor huiseigenaren ook wel heel aantrekkelijk om hun kamers niet meer aan studenten te verhuren, maar er een ‘cosy’ AirBnB appartement van te maken….Kamernood dus voor –studenten-bewoners. Een wijs man die ik deze week sprak suggereerde dat Ryanair en Easyjet voortaan maar geen landingsrechten meer op Schiphol zouden moeten krijgen om hun lading budget-toeristen uit te spuwen.
Kwaliteitstoerisme, vooral gericht op de cultuurschatten van Amsterdam en Nederland. Dat is natuurlijk één oplossingsrichting.
Een tweede oplossingsrichting zou kunnen zijn het maken van een tweede ‘gate’ voor Amsterdam, buiten de huidige stadsgrenzen dan. Ook daar komen de oplossingen al om de hoek kijken. Steeds meer worden bezoekersstromen gericht op de Metropoolregio. De Zaanse Schans, Alkmaar, Noord-Holland, Lelystad, Zanvoort en Haarlemmermeer, waar een enorm park wordt gerealiseerd van zo’n 1.000 hectare met daarin tenminste 100 hectare ‘intensieve leisure’. Diverse attracties, passend in het thema van de polder. Een bloemen- en planten wereld waar ons land z’n internationale faam mede aan te danken heeft. Maar ook geweldige uitgaansmogelijkheden, mooie hotels, spectaculaire retail en natuurlijk perfecte logistieke verbindingen. Park21 heet het en de ontwikkeling is in volle gang. Park21 zou best eens die ‘second gate’ kunnen worden waar Amsterdam zo dringend op zit te wachten. De ‘second gate’ waar de ‘massatoeristen van Ryanair en Easy Jet ’ wèl precies krijgen waar ze voor komen.
Spreiding dus. Spreiding in locaties, maar ook spreiding in tijd en in doelgroepen. Wat voor de ene doelgroep een perfect seizoen is, hoeft dat voor een andere doelgroep niet te zijn. De 24/7 uitgaanseconomie. Als je ’s morgens om zes uur mensen tegenkomst kun je je afvragen of die nóg op zijn, of àl op zijn.
En tenslotte, laten we proberen zoveel mogelijk waardeketens voor onze toeristen te maken. Het gaat om de vijf V’s. Vervoer, Verblijf, Vermaak en Vertering. En dat alles op basis van Verleiding van de gast. Als je als ondernemer die waardeketen kunt vullen, dan ben je spekkoper. In de eerste plaats weet je de gast aan je te binden en zal hij of zij het meest bij jou besteden en daarnaast kun je die gast ook in tijd, en naar locaties spreiden.
Amsterdam huilt nu waar het eens heeft gelachen, Als de stad ‘een maatje groter wordt’, zoals bijzonder hoogleraar grootstedelijke vraagstukken Zef Hemel, die op 2 maart ook bij de discussie zit, bepleit, zal het lachen zowel in de historische binnenstad als in de Metropoolregio heel snel terugkeren op de gezichten van de bewoners van onze hoofdstad.
Reinoud van Assendelft de Coningh
www.vanassendelftpartners.nl
e: r.van.assendelft@me.com
Twitter: @rvanassendelft
Social media